Het leek zo’n mooi plan: eind maart naar het Streekarchief op Goeree-Overflakkee om daar op zoek te gaan naar stukken over de hulpverlening van Doetinchem aan Middelharnis. Een echte focus had ik op dat moment niet. Ik ben net zo’n spons die alles opzuigt en kijkt wat op dat moment het meest interessant is.
Alleen toen ging het land min of meer op slot. Ik kan een groot deel van mijn normale dagelijkse dingen nog wel doen, maar voor het onderzoek kan ik op dit moment precies niks. De studiezalen van zowel het Streekarchief in Middelharnis als het Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers in Doetinchem zijn dicht. Ik heb gelukkig al wel wat informatie vergaard, maar nog niet genoeg om een grote slag te slaan met uitwerken van deze informatie. Gelukkig bood het Streekarchief me hulp aan door me te vragen naar welke stukken ik op zoek ben, wellicht konden ze dat dan inscannen zodat ik toch verder kan. Dat dwong me om een keuze te maken om ergens mee aan de slag te gaan. Omdat ik als laatste voor de lockdown met het Groene Kruisgebouw bezig was geweest en ik inmiddels op de site had gezien dat er wel wat stukken over zijn, ben ik daar maar voor gaan. Het is nog even wachten of dat gaat lukken.
In de tussentijd ben ik aan het denken hoe ik sommige zaken alvast uit kan gaan werken, zonder dat ik in de (nabije) toekomst de hele boel weer om moet gaan gooien. Het liefst had ik alles, of in ieder geval zo goed als alles, verzameld en was ik dan uit gaan werken. Een beetje zoals met werkstukken op school vroeger. Maar dat lijkt er nu niet in te zitten. Het grote voordeel is dat er aan de Rampnacht zelf en de aanloop naar de hulpverlening niets meer zal veranderen. Daarover heb ik al een hoop informatie binnen. De afgelopen dagen heb ik min of meer bedacht hoe ik dat op papier kan gaan zetten. Zo kan ik toch verder kan met een project dat nu al te lang stilgelegen heeft.