Kostbaar document

Soms krijg je op de gekste plekken informatie aangereikt. Afgelopen zondag was ik te gast in Nieuwscafé, een maandelijks actualiteitencafé van De Gelderlander waarin iedere maand drie onderwerpen aan bod komen. Deze maand waren dat de regenboogvlag die op initiatief van dominee Ina Veldhuizen gehesen werd, beste bestuurder van een kleine gemeente burgemeester Joris Bengevoord van Winterswijk en ik mocht aanschuiven om te vertellen over mijn project. Dit alles werd opgeluisterd met muziek van Mbrass, een brassband uit ’s-Heerenberg.

Toen na het eerste onderwerp de band de instrumenten aan het pakken was stond er ineens een oudere meneer voor me. Netjes gekleed, leunend op een stok en welbespraakt. Hij vroeg me of ik mevrouw Huizer was, iets wat ik niet anders dan kon beamen. Hij gaf me een in vieren gevouwen document. “Een verslag van de 40-jarige herdenking”, zei hij erbij. Ik pakte het aan en zei dat ik hem zo nog even op zou zoeken, de band begon bijna met spelen. Tijdens het optreden spiekte ik stiekem naar wat me zojuist in mijn handen was gedrukt. Het eerste wat ik zag was een foto van de Doetinchemsestraat met het kombord van Middelharnis nog op de hoek van de Doetinchemsestraat en de Rottenburgseweg. Inmiddels staat dit bord een paar honderd meter verderop richting de Zuidelijke Randweg. De foto stamt uit 1993 ontdekte ik later. Snel vouwde ik de insteekhoes weer dubbel en luisterde naar de band. Toen ik moest applaudisseren, heb ik het losgelaten en neergelegd.

Doetinchemsestraat 1993. Foto: Ben Kothuis

Ik was aan de beurt en schoof bij verslaggever Henny Haggeman aan de statafel aan. Daar kon ik mooi meteen vertellen wat me zojuist in de handen was gedrukt, maar ook wat ik inmiddels aan informatie opgedaan had sinds mijn persbericht verstuurd en geplaatst was en dat dat meer was dan ik had durven dromen. Ik vertelde beknopt over een aantal bezoekjes en dat ik mede door de enorme belangstelling eigenlijk nog maar weinig tijd heb gehad om naar het archief te gaan om verder de paperassen in te duiken. Want een eenduidig antwoord op de vraag ‘waarom Middelharnis?’, heb ik nog niet. De twee meest logische sporen: Burgemeester Rijnders van Middelharnis en burgemeester Boddens Hosang van Doetinchem hebben voor 1953 allebei in Woubrugge gestaan en zijn zodoende bevriend geraakt. En het andere spoor: directeur Dekker van Ruimzicht bood op de eerste avond na de De Ramp al aan om leerlingen uit het getroffen gebied op te nemen. Voor zover ik op dit moment overzien kan was er maar een Lyceum of HBS in het getroffen gebied: de Rijks HBS in Middelharnis, waardoor voor deze plaats gekozen is ondanks dat er ‘maar’ zeventien doden vielen (ter illustratie: In het nabij gelegen Oude-Tonge vielen meer dan 300 doden). Mogelijk is het zelfs een combinatie van deze redenen, ik hoop erachter te komen. Gelukkig wordt het wat rustiger, zowel qua mediaoptredens als telefoontjes en dus ontstaat er weer ruimte om te werken.

Na Nieuwscafé ben ik in de zaal blijven zitten om het verslag door te lezen, inmiddels was me duidelijk geworden dat de man die het aan me gegeven had oud-wethouder van Doetinchem Ben Kothuis is. Hij was in 1993 afgevaardigde van de gemeente Doetinchem bij de 40-jarige herdenking en had daar een verslag van geschreven. Hij wist niet wat hij er mee doen moest en besloot het daarom aan mij te geven zodat het na zijn overlijden niet weggegooid zou worden. Kothuis wist me ook te vertellen dat hij degene was die ervoor gezorgd had dat het geschonken schilderij op zijn kamer bleef hangen nadat hij wethouder Bos opvolgde. Na het vertrek van Kothuis in 1998 belandde het schilderij aan de muur in de kelder van het stadhuis en sinds 2009 staat het helaas in de opslag.

Bij de borrel na Nieuwscafé sprak ik een oud-wethouder (ik zal geen namen noemen) die er mede verantwoordelijk voor is dat het schilderij in de opslag belandde. Gelukkig heeft hij daar ook gelijk een besluit aangehangen dat geschonken kunst nooit verkocht mag worden. Neemt niet weg dat dit schilderij, met verhaal, natuurlijk eigenlijk minstens thuis hoort in het Stadsmuseum. Bij diezelfde borrel sprak ik afzonderlijk van elkaar ook nog twee mensen die me vroegen of ik dit project niet geschikt is voor het onderwijs. Het antwoord: ja, maar eerst het boek af.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *